IJsbeer probeert aandacht te krijgen van vissersboot. Wanneer de bemanning zich realiseert waarom, laten ze een reddingsboot zakken

De Odin’s Mercy kreunde tegen de ijsschotsen alsof het wist dat het niet moest blijven. Elias klom als laatste naar beneden, de touwladder glibberig onder zijn laarzen. Hij landde onhandig en keek omhoog – de beer was er nog steeds, hij stond op de ijsrichel naast het gevangen jong. Kijkend. Wachtend.

“God helpe ons,” mompelde hij. Henrik startte de kleine buitenboordmotor van de skiff en ze duwden vooruit in het doolhof van verschuivend ijs. Het zicht nam snel af. Alles was wit en grijs en echoënd. Hun enige referentiepunt was het enorme silhouet van de beer voor hen.