Het jong kwam los met een krakend geluid en een hoge kreet. Ze rolden hem op de deken, wikkelden hem snel in en hesen hem samen. De beer gromde – laag, diep, met een keel – maar ze ging niet verder. Nog niet.
Ze deinsden achteruit naar de boot toe, zonder zich om te draaien. De moeder schaduwde hen langs de richel, ogen op elkaar gericht, tempo gelijk aan dat van hen. “Ze is aan het beslissen,” fluisterde Henrik. “Op dit moment beslist ze wie we zijn.” Elias gleed als eerste in de boot en trok het jong naast zich neer.