Het ijs was verschoven terwijl ze weg waren, het drukte zich rond de boot en dreigde hem helemaal in te sluiten. Henrik gaf gas. De kleine boot schokte en stuiterde over het ruwe water, botste tegen brokken ijs terwijl Elias met één arm de welp stevig vasthield en met de andere de zijkant vastgreep.
Een grote ijsplaat scheurde vlakbij en sloeg tegen hen aan, waardoor de boot bijna kantelde. Het slipte zijwaarts, de motor kreunde. “We zijn er bijna,” schreeuwde Henrik tussen tandenknarsen door. Ze botsten tegen de zijkant van de Odin’s Mercy.