Beide mannen haalden diep adem en staarden naar de verblindende witte chaos voor hen. En langzaam, centimeter voor centimeter, begonnen ze zich van het ergste weg te trekken. Achter hen sloot het ijs zich weer. Geen teken van de beer. Alleen omgewoeld water en vallende sneeuw.
Elias zakte weg op de bank in de stuurhut, het jong nog warm en zachtjes ademend tegen zijn borst. Zijn armen trilden, of het nu van de adrenaline kwam of van de kou, hij wist het niet zeker. Henrik ademde langzaam uit. “Zeg tegen Holm Station dat we warm binnenkomen.”