“Denk je dat ze wist dat we haar zouden helpen?” Vroeg Elias. Henrik antwoordde niet meteen. Staarde alleen maar in de storm, ogen afstandelijk. “Ik denk dat ze hoopte.” Tegen de tijd dat de Odin’s Mercy Holm Bay bereikte, was het welpje gestopt met rillen.
Dat beangstigde Elias meer dan wat dan ook. Hij had het in elke overgebleven deken gewikkeld die ze hadden, hield het tegen zijn borst en fluisterde tegen het alsof het zijn eigen bloed was. Maar op de tweede dag van het zeilen door dunner wordend ijs en rustiger water, was de kleine beer stil geworden – zijn kleine borst kwam nauwelijks omhoog, zijn ogen half dichtgeknepen.