De nacht kroop binnen als mist. De ramen werden donkerder, de gangverlichting gedimd. Tula lag stil onder de ziekenhuisdeken en staarde naar het plafond. Ashley dommelde rechtop in een stoel, haar hand nog steeds in die van haar moeder. Tula was al tientallen keren geprikt en gescand. Toch kwamen er geen antwoorden.
Toen de dokter terugkwam, was zijn gezicht onleesbaar. Geen warmte, geen alarm – alleen een geoefende stilte. Ashley ging rechtop zitten. “Wat is er?” vroeg ze. Tula’s borstkas verstrakte. “Alstublieft, dokter,” voegde ze eraan toe. Maar opnieuw schudde hij zijn hoofd. “We weten het nog steeds niet. De resultaten geven nog steeds geen uitsluitsel. Het spijt me – we moeten meer tests doen.”