Tegen de ochtend veranderde de stille angst in woede. Toen een verpleegster binnenkwam met een klembord, kraakte Tula’s stem als glas. “Ik wil mijn dossier zien. Nu.” De verpleegster knipperde met haar ogen. “Mevrouw-” “Geen ‘mevrouw’ tegen mij. Vertel me wat er mis is met me!” Haar stem deed de muren schudden. Ashley probeerde haar te kalmeren, maar faalde.
De hoofdzuster kwam binnen en mompelde dat een oudere arts haar scans had bekeken en een volledig genetisch onderzoek wilde doen. “Gewoon om grondig te zijn,” zei ze, oogcontact vermijdend. Tula ging niet meer in discussie. Laat ze maar porren en porren. Dat zorgde er tenminste voor dat ze zich niet achter hun klemborden terugtrokken.