Maar dit? Dit voelde niet als een schepping. Het voelde als verwarring. Alsof iemand het woord zwanger over haar heen had gelegd en het niet goed wilde vallen. Ze raakte haar buik aan, niet teder, maar op zoek naar de rede. Wat moest ze doen? Was ze echt zwanger?
Ze zei niets van dit alles hardop. Ashley droeg het gewicht al. Tula kon het in haar ogen zien – de onrustige berekening. De bezorgdheid. De aarzeling om troost te bieden. Hoe kon ze dat doen? Hoe kon ze haar moeder troosten met deze bizarre diagnose als ze het zelf niet begreep?