De verpleegster knikte kort en liep de kamer uit. Ze kwam pas na bijna een uur terug. Toen ze terugkwam, legde ze een dik dossier op het dienblad en vertrok zonder iets te zeggen. Tula trok het naar zich toe, maakte de map los en begon te lezen.
De pagina’s waren klinisch, onpersoonlijk: vitale functies, handgeschreven notities, lab aanvragen. In eerste instantie niets vreemds. Ashley keek toe vanuit haar stoel en zei niets. Toen, ingeklemd tussen twee echografierapporten, vond Tula het – een enkele pagina die er niet hoorde. Patiënt: Tula Afsana. GEB.: 07/05/1980. Haar ogen vernauwden zich. Haar adem stokte.