Hij zag een rij kooien aan de andere kant van de hut, volgestouwd met gestolen goederen. Wasberen doorzochten de spullen en kozen glimmende trofeeën uit. Toen, geïsoleerd in de hoek, zag hij een kleinere kooi. Zelfs in het schemerige licht herkende hij de bevende vorm van zijn puppy, gevangen achter roestige tralies. Zijn maag draaide zich om.
De vreugde dat Luna nog leefde botste met de angst voor haar gevangenschap. Diep in Marcus’ borstkas ontbrandde woede. Hij moest haar bevrijden. Drie criminelen sorteerden stapels horloges, portemonnees en camera’s. Ondertussen liepen de wasberen in een goed ingestudeerde routine, elke beweging geoefend, elk succes beloond.