Jules ging zitten, langzaam. Hij luisterde met een stalen gezicht terwijl Vincent sprak. Maar zodra Vincent zei dat hij niemand had om naar toe te gaan, knapte zijn geduld en spotte hij: “Je had niemand om naar toe te gaan!”
“Denk je nu aan ons, terwijl je lichaam uit elkaar valt?” Jules’ stem steeg, gespannen. “Je liet mama achter met zeven baby’s, Vincent. Zeven! Geen spaargeld. Geen back-up. Alleen een verdomd briefje. Heb je enig idee hoe ze dat allemaal voor elkaar heeft gekregen zonder enige steun?”