Een puppy valt in een tijgerpark – dierenverzorgers konden niet geloven wat ze zagen

De menigte had zich al verzameld voordat iemand begreep wat ze zagen. Een flits van beweging. Een blaf. Toen de onmiskenbare vorm van een klein wezen, nu gevangen achter glas en staal, in een wereld die daar niet voor bedoeld was. Hijgen vulde de lucht. Ergens begon een kind te huilen.

Alarmsignalen schalden boven ons hoofd. Bewakers schreeuwden in radio’s. Binnenin het verblijf bewoog het roofdier zich – de spieren rimpelden onder de gestreepte vacht, het hoofd kwam omhoog door plotselinge bewustwording. Een moment ging voorbij. Toen twee. De kleine indringer zette een enkele, onzekere stap. De tijger draaide zich om. En de lucht veranderde.

Niemand bewoog. Niet de staf. Niet de menigte. Zelfs het dier zelf niet, bevroren in zijn midden. Er zat spanning in elke ademhaling. Ergens achter het glas hield de puppy zijn kop schuin, te jong om het gevaar te herkennen. En toen begon de tijger te lopen.