Buiten stond een man, midden veertig, gladgeschoren, in een grijze broek en een opgerold overhemd. Zijn auto stond geparkeerd aan de rand van de oprit. Hij glimlachte gemakkelijk, alsof hij de uitdrukking in een spiegel had geoefend. “Meneer Briggs?” vroeg hij. “Mijn naam is Howard. Ik werk voor Redline Development.” Walter hield de hordeur half open. “Wat wilt u?”
“Een paar minuten van uw tijd. We zijn de vallei aan het ontwikkelen. We gaan wat commerciële ruimtes inrichten, winkels, dat soort dingen. We zoeken eigenaren in het gebied. U staat op onze lijst,” zei hij glimlachend. “Ik verkoop niet.” Howard knikte alsof hij het antwoord verwachtte.