De tijd kroop eindeloos voorbij terwijl de twee voorovergebogen in de steriele wachtkamer zaten en keken hoe de wijzers van de klok hun eindeloze lussen maakten. Tina wringde zich in haar handen, haar gedachten dwarrelden door de mogelijkheden, de een nog verontrustender dan de ander. Wat als de beestjes te gewond waren? Wat als de dierenarts ze niet kon helpen? Ze had zich nog nooit zo machteloos gevoeld. Het enige wat ze konden doen was wachten en hopen.
Na een tijdje zwaaide de dierenarts de deur open en verwelkomde hen glimlachend binnen. Hij deelde hen mee dat ze net op tijd waren aangekomen en dat hun inspanningen de dieren hadden gered. Tina, die een mengeling van opluchting en nieuwsgierigheid voelde, wendde zich tot de dierenarts en vroeg om uitleg.