Een troep wolven breekt in op basisschool – lerares in tranen door wat een van hen in zijn mond draagt

Toen Tina en de anderen de opslagruimte naderden, klonk het gehuil door de lucht – een reeks wanhopige, beklemmende kreten die haar bloed deed stollen. Het gehuil, gevuld met een rauwe, beschermende urgentie, galmde door de gangen en onthulde de diepe bezorgdheid van de wolven over het kleine wezen dat ze hadden binnengebracht.

Toen ze de deur naderde, hoorde Tina het onmiskenbare geluid van dreunen – zware, snelle slagen tegen de muur, alsof de wolven zich een weg naar buiten probeerden te rammen. Haar hart versnelde. De lucht leek dikker te worden, geladen met de voelbare spanning van een moment dat balanceerde tussen gevaar en wanhopige hoop. Elk instinct schreeuwde naar haar dat ze voorzichtig moest zijn, dat ze de kracht van deze wezens moest respecteren.