Ze scanden het gebied snel, hun ogen alert en gefocust, om er zeker van te zijn dat niemand in direct gevaar was. “Iedereen, blijf alsjeblieft kalm!” kondigde een agent aan, zijn stem gezaghebbend maar geruststellend, dwars door de spanning in de lucht heen.
Tina, met een bonzend hart in haar borst, stapte naar voren en leidde de agenten naar de opslagruimte. “Houd alsjeblieft afstand,” smeekte ze, haar stem vastberaden maar doorspekt met urgentie. Ze gebaarde naar de wolven en hun metgezel om aan te geven hoe delicaat de situatie was. Net toen Tina met de agenten onderhandelde, gebeurde er iets totaal onverwachts.