De heuvel in zijn achtertuin werd groter – toen besloot hij hem op te graven..

Hij aarzelde voordat hij het aanraakte, zijn hart bonkte van de ongemakkelijke wetenschap dat iemand het hier opzettelijk had verstopt. Toch bewogen zijn handen instinctief. Met moeite verwijderde hij de laatste aarde van de bovenkant en zijkanten en onthulde een deksel dat er op zijn minst tientallen jaren verzegeld uitzag.

Moed verzamelend klemde Walter zijn schop onder een hoek en wrikte. De klink knapte met een broze krak en het deksel kreunde open. Binnenin lagen een handvuurwapen, munitiegordels, metaal dat was aangetast en een aantal granaten die zorgvuldig in broos oliedoek waren gewikkeld. Walter deinsde terug, zijn adem stokte uit zijn longen. “Oh, God!” mompelde hij.