Het zag eruit alsof het was achtergelaten tijdens het inpakken. Ze reikte naar binnen en rukte het dagboek los. De leren kaft was zacht en gebarsten, de hoeken gekruld door vocht en gebruik. Wat haar het meest opviel was de kleine afbeelding die in de kaft gedrukt was – een handgeëtst ontwerp van een beer, omringd door takken.
Het was subtiel, maar opzettelijk. Evelyn opende het langzaam. De eerste paar pagina’s waren nog intact. Keurig handschrift vulde de regels, gedateerd op een paar weken geleden. De schrijver, die nooit zijn naam ondertekende, was hierheen gekomen om wilde dieren te observeren. Hij schreef over lange dagen kijken vanuit luifels, over zwarte beren die foerageerden bij de rivier, over de sensatie van de stilte.