Hij liet haar achter bij een benzinestation als grap – Toen verdween ze spoorloos..

En toen kwam de laatste herinnering: de blik op haar gezicht toen hij die avond het raam naar beneden draaide. Hij stelde zich voor dat wat hij daar zag geen angst of woede was, maar een kalme, holle afstand, alsof ze al had besloten dat dit de laatste keer was dat ze zich door hem zou laten vernederen. Hij kon echter niet meer voor zijn geheugen instaan.

In de dagen die volgden, kwamen en gingen rechercheurs. Hij liet hen gespreksverslagen, sms-berichten en bonnetjes zien. “Zie je?” zei hij. “Ik heb geprobeerd haar te vinden.” Maar ze knikten alleen, maakten aantekeningen. Haar telefoon had voor het laatst gepingd in de buurt van de berm van de snelweg. Daarna was er niets meer – het was alsof ze in de nacht was verdwenen.