Ze zochten in de buurt van bossen, afwateringssloten en wegrestaurants. Vrijwilligers verzamelden zich met zaklampen en honden. Hij sloot zich een keer bij hen aan, vooral om de rol van rouwende echtgenoot te spelen, maar zijn aanwezigheid maakte iedereen ongemakkelijk. De ene agent fluisterde tegen de andere. Hij ving de blik in hun ogen. Ze keken hem met argwaan aan.
Dagen liepen in elkaar over terwijl zoekteams kwamen en gingen. Drones speurden de bossen af, vrijwilligers kamden sloten uit, maar er kwam niets boven water – geen voetafdruk, geen draadje. Toen de agenten eindelijk hun spullen pakten, stond Richard hulpeloos toe te kijken, zich realiserend dat hij de enige was die nog zocht.