Juno, die er meer als een straathond dan als een Doberman uitzag en een lichte mankheid in zijn achterpoot had, bleef achteraan hangen. Juno’s gladde vacht en bijgeknipte oren maakten hem meer raszuiver, begeerlijker. Gabby’s hart kriebelde, maar ze duwde het opzij. Gehechtheid vormde zich voor iedereen anders. Wat telde was dat hij ze allebei mee naar huis nam.
Josh knikte enthousiast. “In het echt zijn ze nog mooier,” zei hij glimlachend. Gabby haalde zijn identiteitsbewijs op, printte de adoptieformulieren en bracht de cadeaumand naar buiten terwijl Josh ondertekende. Ze knipperde tranen weg terwijl ze elke pup knuffelde en beloftes in hun vacht fluisterde. Ze likten haar wang.