Hij zuchtte, maar hield haar niet tegen. Dus pakte ze haar autosleutels, gooide een honkbalknuppel in haar kofferbak en pepperspray in haar draagtas, en liep naar de parkeerplaats. Haar handen trilden. Haar gedachten raasden. Maar ze bleef rijden en stopte niet voordat ze bij de vervallen buurt aankwam.
Gabby kwam net na tweeën aan in Brookfield. De straten waren door de zon gebleekt en stil, omzoomd met scheve hekken en dichtgetimmerde ramen. Ze parkeerde onopvallend in een schaduwrijk steegje en trok haar capuchon over haar hoofd. Ze had het exacte huisnummer niet, alleen het nummerbord stond in haar geheugen gegrift.