Gabby zat in haar auto, ademde oppervlakkig, haar hart klopte tegen haar ribben. Ze kon niet naar binnen stormen, niet met een dozijn geagiteerde honden vastgebonden in wanorde, en zeker niet tegen een man als Josh. De gedachte om met die knuppel naar hem te zwaaien deed haar grijnzen, maar fantasie was niet genoeg.
Ze had precisie nodig, geen geweld. Haar gedachten gingen door de opties tot ze op één duidelijk idee uitkwamen. Ze reed snel maar voorzichtig naar de dichtstbijzijnde dierenwinkel en kocht eersteklas hondensnoepjes, latex handschoenen en valium. Toen, achter haar auto, leegde ze het flesje kalmeringsmiddel op de traktaties.