Tina’s telefoon zoemde met een oproep. Maar het signaal was zwak, waardoor James’ stem een warboel werd. Ze kon zijn woorden nauwelijks verstaan, maar het klonk alsof hij haar vertelde terug te komen. Nu stond ze voor een cruciale beslissing: de roedel verder volgen of naar James luisteren en terugkeren.
Tina duwde zich door het dikker wordende bos, het spookachtige gefluister van de wind en de ritselende bladeren in de verte maakten dat de atmosfeer voelde als levendig met ongeziene gevaren. Haar naam, gedragen door de bries, klonk vreemd – verdraaid – bijna als een waarschuwing. Angst greep om haar borst en ze aarzelde, ze had het gevoel dat ze door meerdere ogen werd bekeken.