Prinses Amalia wil tijdens tussenjaar ‘dingen doen die straks niet meer kunnen’ 

Amalia

Tijdens Koningsdag vertelde de prinses voor het eerst iets over haar plannen 

Het is een bijzonder jaar voor prinses Amalia. Het eindexamen staat voor de deur en aan het einde van het jaar viert ze haar achttiende verjaardag. Een vervolgstudie staat echter nog niet op de planning: de prinses neemt namelijk een tussenjaar. Wat ze daarin gaat doen? Tijdens Koningsdag vertelde ze voor het eerst iets over haar plannen. 

Even niet op school 

Op 17 mei, de verjaardag van koningin Máxima, is het zover. Dan begint Amalia aan haar eindexamens. Wanneer dit is afgerond, gaat ze niet meteen studeren – en daar lijkt de prinses erg naar uit te kijken. “Ik wil nog wel leren, maar even niet op school”, vertelt ze aan de pers op Koningsdag. “Al heb ik daar wel van genoten de afgelopen veertien jaar.” 

De wereld ontdekken 

Wat Amalia dan wel van plan is in haar tussenjaar? “Een beetje reizen en de wereld ontdekken”, lijkt haar wel wat. Hoewel de prinses toegeeft nog niet volop klaar te zijn voor haar toekomstige leven als koningin, weet de prinses wel dat ze nu nog even kan genieten van haar ‘vrije leventje’. Ze wil, naast reizen, het tussenjaar dan ook gebruiken om “dingen te doen die ik misschien over twintig jaar niet meer kan doen.” Wat voor dingen dat zoal zijn? Stages lopen bij ‘hele gave bedrijven’, bijvoorbeeld. Echter liggen de plannen nog niet helemaal vast. “We zijn natuurlijk afhankelijk van corona”, vult Máxima haar dochter aan. 

Focus op examens 

De komende tijd zullen de plannen steeds verder worden ingevuld. Voorlopig zal Amalia zich vooral focussen op haar examens. Alhoewel haar ouders zich geen zorgen hoeven te maken dat ze zal zakken. Naar eigen zeggen staat de prinses er namelijk goed voor. “Nu veel leren en blokken en hopen dat ze de vragen stellen die ik geleerd heb”, sluit ze af. Succes, Amalia! 

Lees ook: Einde avondklok en terrassen open: deze versoepelingen gaan vandaag in 

Bron: RTL Boulevard | Beeld: Brunopress/Patrick van Emst