Hij vond troost in het boerenleven. De velden oordeelden niet. De grond verwelkomde hem. Elke oogst, elke zonovergoten dag gaf hem een doel en afstand van de pijn. Zijn buik groeide nog steeds, maar in de rust van het platteland was het makkelijker om te doen alsof alles in orde was.
Naarmate hij ouder werd, werd het ongemak echter erger. Ademen werd moeilijker. De pijn in zijn borstkas kroop steeds vaker naar binnen. Zijn eens zo sterke lichaam begon hem te verraden. Er was iets mis. En op een hete middag zakte Rohan in elkaar op zijn veld, snakkend naar lucht, omringd door paniekerige arbeiders.
Hij werd met spoed naar het Tata Memorial Hospital in Mumbai gebracht, ver van zijn vertrouwde velden. De koude steriliteit van het ziekenhuis maakte zijn angst alleen maar groter. Hij werd geprikt, gescand, onderzocht – artsen zwermden als bijen rond een vreemde bloem. De resultaten van de röntgenfoto’s waren binnen, maar niemand wilde hem vertellen wat ze gezien hadden.