Hier zouden opvoedkundigen nu hun neus voor ophalen: de raarste opvoed-tactieken van vroeger! Herken jij ze nog?

1920: 
1. Géén koosnaampjes! Teveel liefde en zachtheid maakt een mietje zonder ruggegraat, zo werd gedacht.
2. Je baby moet eigenlijk de hele dag buiten zijn, maakt niet uit wat voor weer het is.

1930:
1. 
Begin metéén met zindelijkheidstraining, niks luiers. Zodra het kindje is geboren moet het eigenlijk al worden getraind om zijn behoefte op het potje te doen.
2. Baby’s werden in kooien buiten het huis geplaatst. Ja, je hoort het goed. In de opkomende hoogbouw in de grote steden waren er vaak geen balkons of tuinen waar de baby naar buiten kon. Deze bizar ogende kooien werden naar buiten gehesen en daar werden de kinderen in gezet.

1950: 
1. Huilen is goed voor ze. Troosten? Absoluut niet. Het werd zelfs als goede lichaamsbeweging gezien.
2. Huilerig kind? Pijn van doorkomende tandjes? Geef het gewoon wat whiskey! Dit werd vroeger als doodnormaal gezien.

1960: 
1. Vanaf zes maanden moet je kind al lekker een bakje zwarte koffie drinken. Ook gebakken ei en bacon was doodnormaal.
2. Zwanger? Lekker door blijven paffen! Een half pakje per dag werd door de dokter zelfs aangeraden!
3. Je baby knuffelen? Wederom uit den boze. Het zou er alleen maar voor zorgen dat je kind een socialist wordt!

Herken jij nog iets van vroeger of heb je nog interessante toevoegingen? Laat het ons weten!


Pagina 2/2