Trap er niet in: DIT zijn vijf momenten waarop je weegschaal liegt en het getal níét klopt!

weegschaal

De weegschaal geeft lang niet altijd het juiste gewicht aan….

Die weegschaal, het is misschien wel het meest gehate voorwerp in elk huishouden. Toch gaan we er met enige regelmaat opstaan om te kijken wat de ‘schade’ is, zeker nu de zomer steeds dichterbij komt.

Maar vergis je niet, de weegschaal geeft lang niet altijd het juiste getal aan! Er zijn een aantal momenten waarop de weegschaal niet helemaal een realistisch beeld van je gewicht geeft. Wij zetten de vergissingen voor je op een rij:

  1. Als je ongesteld bent, houd je veel meer vocht vast. De kans is dan groot dat je weegschaal een hoger getal aangeeft dan dat je ‘eigenlijk’ weegt. Dit kan bij sommige vrouwen zelfs in de kilo’s lopen!
  2. Als je net gesport hebt en je hebt veel gezweet, ben je vocht kwijt. Dan valt het getal vaak juist weer te laag uit.
  3. Misschien vrij logisch, maar goed om te onthouden: als je net gegeten of gedronken hebt, ben je zwaarder. Dit verklaart ook het (soms grote) verschil tussen je ochtend- en avondgewicht.
  4. Hier dacht je misschien nog niet aan: als je vloer scheef loopt of de veer in je weegschaal enigszins versleten is, kan je weegschaal een onjuist gewicht aangeven.
  5.  Ga niet op de weegschaal staan als je net uit eten geweest bent. Aangezien er vaak veel vet, suiker en zout in eten in restaurants zit, kan het hoge natriumgehalte ervoor zorgen dat je vocht vasthoudt. Bovendien: je komt echt niet onmiddellijk aan als je één avondje buiten je boekje bent gegaan.

Het ideale moment om jezelf te wegen is ’s ochtends, nadat je naar het toilet geweest bent en voor het ontbijt. Hierdoor krijg je de meest nauwkeurige berekening. Komt dit niet goed uit met je schema? Probeer jezelf dan telkens op hetzelfde tijdstip te wegen en met dezelfde weegschaal.

Bron: Linda

Array