Handig om te weten: 7 tips bij het overstappen op ledverlichting

Ecobright

Hier moet je rekening mee houden als je voor ledverlichting kiest

Ledverlichting in je huis ongezellig en duur? Dat is allang niet meer zo. Tegenwoordig bestaat er een ruime keuze aan (warme) kleuren ledlampen en met deze duurzame verlichting bespaar je een hoop stroom. En daarmee ook geld! Voor de meeste mensen is dit een overtuigende reden om over te stappen op led, maar hoe kies je de verlichting die bij jou past? En hoe installeer je ledverlichting precies? Wij zetten 7 tips op een rijtje om de overstap op ledverlichting een fluitje van een cent te maken.

Tip 1 – Waar wil je het gebruiken? 

Wanneer je ledverlichting aanschaft, is het belangrijk om na te denken over waar en waarvoor je de verlichting wilt gebruiken. De plaats waar de verlichting komt te hangen zegt namelijk veel over waar de ledverlichting in jouw geval aan moet voldoen. Zo wil je in de woonkamer bijvoorbeeld sfeer creëren en in de garage juist licht hebben om bij te werken. 

Tip 2 – Welke dimtechniek? 

Bij het dimmen van ledverlichting is het belangrijk om voor de juiste dimtechniek te kiezen. Er worden bij ledverlichting twee technieken gebruikt: fase aan- en afsnijding (dit is het verschil in de spanningsopbouw). Twijfel je over welke led-dimmer je nodig hebt? Vraag dan aan je ledlampen-leverancier op welke techniek je lampen te dimmen zijn of kies voor een universele led-dimmer, die geschikt is voor beide dimtechnieken. Daarnaast is het belangrijk dat de dimmer een zo laag mogelijk minimum aansluitvermogen heeft, anders is er de kans dat de lampen niet (stabiel) te dimmen zijn of ze beginnen te knipperen.

Tip 3 – 12V of 230V?

Wanneer je overstapt op led moet je kiezen tussen een 12V-installatie of een 230V-installatie. Dit zegt de dimlicht-leek waarschijnlijk helemaal niets. Laat ons het je uitleggen. Bij een 12V-installatie heb je te maken met laagspanning. Dit betekent een langere levensduur, want de lampjes krijgen minder spanning te verduren. Daarnaast hebben de lampjes een kleine inbouwdiepte, maar je moet hierbij wel altijd rekening houden met het wegwerken van de transformator, ook wel trafo genoemd. Let er ook op dat je de trafo vervangt door een led-trafo als je wilt overstappen van 12V-halogeen op 12V-led.

Wanneer je kiest voor een 230V-installatie hoef je geen rekening te houden met een trafo. Hierdoor kan je de ledlampen rechtstreeks aansluiten op het 230V-stroomnet. Hierdoor wordt het een stuk makkelijker om ledlampen te plaatsen op/in plafonds waar geen ruimte is om een trafo te plaatsen. Ook het vervangen van een kapotte lamp gaat een stuk makkelijker. Bij de 230V-installatie heb je in tegendeel tot de 12V installatie wel te maken met hoge spanning. De 230V-installatie is daarom vaak niet geschikt voor vochtige ruimtes.  

Tip 4 – Lichtkleur

Led heeft het imago dat het vaak koud en wit licht geeft. Dit is echter allang niet meer zo. De techniek achter led is de afgelopen jaren in grote sprongen doorontwikkeld door fabrikanten. Hierdoor is het aanbod in lichtkleur flink toegenomen en zelfs groter dan bij de oorspronkelijke halogeenlampen. Maar wat zijn nu de meest bekende lichtkleuren voor gebruik in huis? Hier vind je een overzicht:

  • Kaarslicht – De lichtkleur 2200K/Flame wordt vaak gebruikt voor sfeerverlichting en is vergelijkbaar met kaarslicht.
  • Warm wit – De lichtkleur 2700K/Warm wit komt het vaakst voor en is vergelijkbaar met de normale halogeen- en gloeilampen.
  • Natuurlijk wit – De lichtkleur 4000K/Naturel wit heeft het meeste weg van daglicht. Vaak wordt dit toegepast in ruimtes waar gewerkt wordt. 
  • Dim-to-warm – De dim-to-warm-techniek is een nieuwe techniek waarbij de lichtkleur verandert wanneer je de lamp dimt. Zo kan de lichtkleur van 3000K naar 2000K veranderen. Ideaal voor ruimtes waar je naast werklicht ook sfeer wilt creëren.

Tip 5 – IP Waarde

Bij de meeste led-verlichting zal je bij de specificaties lezen over de IP-waarde. Deze waarde geeft aan in welke mate de verlichting beschermd is tegen vaste en vloeibare stoffen. De IP-waarde bestaat altijd uit twee cijfers. Het eerste cijfer bepaalt in hoeverre de lamp beschermd is tegen aanrakingen en vaste deeltjes, zoals stof en zand. Het tweede cijfer geeft aan in hoeverre de lamp beschermd is tegen vloeistoffen. In de onderstaande tabel vind je hier een overzicht van.

Tip 6 – Vervangende wattage

Wanneer je overstapt op ledverlichting krijg je te maken met de termen ‘lumen’ en ‘wattage’. Het wattage geeft aan hoeveel energie een ledlamp verbruikt. De lumen geven aan hoeveel licht de lichtbron uitstraalt. Een ledlamp heeft gemiddeld 80 – 100 lumen per 1 Watt aan vermogen. In de tabel hieronder vind je een overzicht van de vervangende wattages van ledlampen ten opzichte van zijn voorgangers. Zo wordt het overstappen op ledverlichting net even makkelijker.

Tip 7 – Een-op-een vervangen

Bijna alle ledlampen zijn één-op-één te vervangen. Dit is een kwestie van de ene lamp eruit en de nieuwe ledlamp erin doen. Toch zijn er enkele uitzonderingen waar je rekening mee moet houden. Indien je de ledlampen wilt gaan dimmen is het namelijk belangrijk dat je een led-dimmer gebruikt en de ledlampen dimbaar zijn. Wanneer het een 12V-installatie betreft, moet je vaak ook de trafo vervangen door een led-trafo. Wil je een 12V-installatie dimmen? Dan moet je een dimbare led-trafo aanschaffen.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door EcoBright. 

Lees ook: 5 kleine aanpassingen die je interieur een totaal nieuwe look geven

Beeld: Ecobright