Gerard Cox over levensloop: ‘Het goeie eraan is dat ik altijd meeval’

gerard-cox

‘Ik zeg waar het op staat, heb een eigen mening’

Acteur Gerard Cox (82) werd afgewezen voor de toneelschool toen hij 22 was. Hij besloot er alsnog iets moois van te maken en werd cabaretier en liedjeszanger. Ook bleef hij acteren. In de nieuwste Nieuwe Revu blikt hij terug op zijn leven. “Het zou allemaal een stuk makkelijker zijn geweest als ik af en toe gewoon mijn mond had gehouden.”

Filmrol

Cox heeft voor het eerst in lange tijd weer een grote rol in een film, namelijk in Casa Coco. Het was leuk, maar ook hard werken. “Van zeven tot zeven, of van 1 tot na middernacht, dus dat viel op mijn leeftijd niet mee. Maar de meisjes van de make-up zeiden: ‘Eén ding hebben we je niet zien doen, en dat is zeuren. Daar kunnen heel wat jonge acteurs nog wat van leren.’ Ik ga door voor brompot, maar dat ben ik niet. Dat komt nog steeds door die Jaap Kooiman uit Toen was geluk heel gewoon, die had een grote bek en was dom. Ik zeg waar het op staat, dat is wat anders. Heb een eigen mening. Het goeie eraan is dat ik altijd meeval.”

Nederlands drama

Zelf heeft Gerard een schotelantennen waarmee hij alles kan ontvangen. “Ik kijk vaak Nederlands drama en daar zit veel goeds bij. Oogappels is bijvoorbeeld heel goed gedaan. En jongens als Barry Atsma en Waldemar Torenstra zijn uitstekende filmacteurs. Vroeger kwamen acteurs bijna altijd van het toneel en in films bleef je dat horen. Ze hadden nog geleerd hoe je de achterste rij moest bereiken en articuleerden heel nadrukkelijk. Kees Brusse speelde als enige naturel, die zette dat niet aan. Waar het tegenwoordig wel aan ontbreekt, is verstaanbaarheid. Dan zit ik te roepen naar die buis: ‘Wat zeg je, ik versta je niet!'”

Acteren en zingen

Toen Cox het vak in stapte, wilde hij eigenlijk alleen acteren. “Alleen was ik in 1962 gezakt voor de toneelschool en ben ik toen liedjes gaan zingen. In Delft had ik in de kelder van een restaurant een programma met een pianist. Zong ik drie avonden in de week eigen liedjes, en er kwam niemand. We gingen weleens door de stad wandelen en als we dan na een uur terugkwamen, zat er nog steeds niemand. Toen ik begon, waarschuwde Wim Kan me: niet te snel een plaatje maken, en niet te snel op de televisie komen. Maar als ik op tv kwam, had ik weer 600 gulden verdiend. Ik moest ook eten. Hij had dus gelijk, en ook weer niet.”

Op de vraag of hij zichzelf als zanger of als acteur beschouwt, antwoordt Cox:  “In Nederland zeg ik altijd voor de grap: ik ben hitzanger. Ben ik ervan af. Maar het klopt wel. Vier top 30-noteringen, twee keer in de top-10. En met Het is weer voorbij die mooie zomer hield ik drie weken lang Angie van de Rolling Stones van de eerste plaats. Pas later besef je dat het toch wel bijzonder was.”

Andere tijden

De tijden zijn veranderd, dat ziet ook Cox. “Wat dat betreft ben ik in mijn hart nog steeds iemand uit de jaren vijftig. Overal in huis waar ik niet ben, is het licht uit. En de deuren die niet open hoeven te staan, zijn dicht. Moet je mensen daar nu echt op wijzen? Ik heb tot mijn twintigste naast mijn broer geslapen, bij mijn ouders op Rotterdam Zuid. Pas jaren later kwam ik erachter dat je beter eerst kunt douchen voor het scheren, dan gaat het er veel gemakkelijker af. Maar wist ik veel: we hadden thuis geen douche. We gaan nog rare dingen beleven, de komende tijd. Ik ben daar erg benieuwd naar. Ik hoop dat ik nog een jaar of tien te gaan heb, want het wordt heel gek allemaal.”

Lees ook: Directrice BNNVARA biedt excuses aan na DWDD-schandaal

Bron: Nieuwe Revu | Beeld: BrunoPress