Zachte winter gunstig voor eikenprocessierups

zachte winter eikenprocessierups

Het zorgt voor een grotere overlevingskans van de eitjes van de rups

De winter is pas een krappe maand onderweg, maar verloopt tot dusver bijzonder zacht. De verwachting is dat daar binnenkort ook geen verandering in komt. En dat is in het voordeel van de eikenprocessierups. Een zachte winter zorgt namelijk voor een grotere overlevingskans van de eitjes van de eikenprocessievlinder, legt directeur Bastiaan Meerburg van het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) uit aan Nu.nl.

Vroegere piek

“Normaal gesproken komen de eitjes van de eikenprocessievlinder in april uit”, zegt Meerburg. “Als het weer zo zacht blijft, zou dat straks al in maart kunnen gebeuren. Of er dan ook meer rupsen zullen zijn, is moeilijk te voorspellen. Wel zal de piek, die vorig jaar op 15 juni lag, een maand naar voren schuiven.”

Plan van gemeentes

De dierplagenexpert houdt echter wel een slag om de arm, want hoewel er volgens meteorologen geen vorstperiode aan zit te komen, kunnen we nog wel te maken krijgen met een koude periode in februari. “Je weet niet wat de winter gaat doen”, aldus Meerburg. Desondanks adviseert hij gemeenten om nu al een plan te maken over hoe ze de eikenprocessierups dit jaar gaan bestrijden. “Vorig jaar waren sommige gemeentes compleet verrast, dat kan nu echt niet meer. Daar zullen ze nu toch hopelijk wel in de oren hebben geknoopt.”

Te laat actie

De overlast van de processierups was afgelopen zomer drie keer zo groot als het jaar daarvoor. Tienduizenden mensen kregen te maken met irritaties aan de huid, ogen en longen. Veel gemeenten ondernamen te laat actie en besloten pas in mei of juni de overlast van de rupsen te bestrijden. Het kwaad was toen al geschied, omdat de rupsen op dat moment al volgroeid waren en al duizenden haartjes – die de jeuk veroorzaken – hadden afgestoten.

Lees ook: Krijgen we nog een koude winter? Dit zeggen meteorologen erover

Wil je dit artikel bewaren? Pin ‘m dan op Pinterest!

Bron: Nu.nl | Beeld: Wikmedia Commons, auteur: Luc Hoogenstein