Na twee uur belde Gabby het nummer dat Josh had opgegeven. Het ging één keer over en stierf toen. Het tweede nummer stond uit. Ze probeerde het opnieuw. Nog steeds niets. Een koud onbehagen bekroop haar. Haar vingers klemden zich om de telefoon. Er klopte iets niet. En wat het ook was, het was al begonnen.
Ze keerde terug naar de kennel, waar Juno lag opgekruld, trillend, ogen gericht op de deur. Gabby zat naast hem, haar stem fluisterend: “Je wordt zo weer herenigd met je broer Juno.” Maar de woorden veranderden in as in haar mond. Zelfs Juno was gestopt met huilen, alsof hij al begreep wat ze nog steeds probeerde te ontkennen.
Om 21:03 uur was de lucht zwart geworden. Geen bericht. Geen update. Alleen stilte. En in die stilte, terwijl Juno wezenloos in het donker staarde, voelde Gabby een gewicht in haar borst zakken – een zware, pijnlijke waarheid die ze nog niet kon benoemen, maar die haar verbrijzelde op een manier die ze niet had verwacht…..